Zeventien partijen – overheden, bedrijven en kennisinstellingen – uit 4 Europese landen: Nederland, België, Duitsland en Engeland bekrachtigden donderdag 27 oktober 2016 in Düsseldorf hun samenwerking in het Europese LIFE project CLINSH: CLean INland Shipping. Door het testen van vernieuwende technieken, alternatieve brandstoffen en walstroom willen de partijen komen tot forse emissiereducties in de binnenvaart. Het effect wordt vervolgens continu gemonitord op 30 schepen.
Deze data bieden een handvat voor beleidsmakers bij lokale, regionale, nationale en internationale overheden en instanties. Ook brengt CLINSH de business cases van de verschillende maatregelen voor schippers in kaart, om zo de vloot te stimuleren tot verdere verduurzaming.
Aan de startbijeenkomst namen 90 personen deel. President-directeur Thomas Delschen van LANUV Nordrhein-Westfalen en gedeputeerde Rik Janssen van de provincie Zuid-Holland openden de conferentie. Naast hen waren de heren Guido de Wilt (Europese Commissie) en Hans van de Werf (secretaris-generaal van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart) sprekers. De provincie Zuid-Holland en de Haven van Antwerpen verzorgden presentaties over respectievelijk CLINSH en het demonstratieproject.
Een symbolischer locatie dan Düsseldorf voor de kick-off meeting van CLINSH was haast niet mogelijk, zo betoogde gastheer Thomas Delschen van het Landesamt für Natur, Umwelt und Verbraucherschutz (LANUV): “In 1960 stelden we ons ten doel om de lucht boven het Ruhrgebied weer blauw te krijgen. Velen hielden dat voor onmogelijk in Nordrhein-Westfalen, dat toen ook wel de “staat van staal en kool” werd genoemd. Maar door een combinatie van monitoring, strikte regulering en technische innovaties is het ons toch gelukt!
Hogere milieu-eisen
Op dit moment staat de binnenvaart voor een vergelijkbare opgave om te verduurzamen. Dat betekent dat de sector nu moet investeren in schonere schepen. Want de internationale eisen op het gebied van energiebesparing en schone lucht worden strenger. En opdrachtgevers stellen goede milieuprestaties meer en meer als voorwaarde bij het inkopen van diensten.
“Vanuit het CLINSH project ondersteunen wij de binnenvaartsector. Een belangrijke sector in de logistieke keten en een betrouwbare partner bij het transport van grotere volumes en specifieke producten. De sector moet nu investeren in schonere schepen om ook in de toekomst concurrerend te blijven”, aldus gedeputeerde Rik Janssen.
Samenwerking
Tijdens de bijeenkomst in Düsseldorf benadrukten verschillende aanwezigen het belang van samenwerking – niet alleen tussen de partijen verenigd in CLINSH maar ook met bijvoorbeeld het weg- en spoorvervoer en met de diverse overheden. Zeker in de beginfase van de verandering die de binnenvaart doormaakt zijn koplopers nodig, en partijen die durven te investeren. Om succesvol te zijn moeten de partners van CLINSH verbindingen leggen met bestuurders, beleidsmakers en financiers. Tijdens de bijeenkomst werd de samenwerking tussen havens, overheden, kennisinstellingen en bedrijven in de 4 landen uniek genoemd.
Milieuwinst
De Europese binnenvaart telt bijna 15.000 schepen. CLINSH stelt zich ten doel de uitstoot te beperken en de concentraties aan stikstofoxiden en fijnstof veroorzaakt door de binnenvaart terug te dringen. Naar verwachting zal in 2025 een kwart van de binnenvaartschepen aanpassingen ter beperking van de uitstoot hebben doorgevoerd. In 2050 moet het gaan om de helft van alle binnenvaartschepen. Over de periode 2020-2030 zou dit een besparing opleveren van 141 kiloton uitgestoten stikstofoxiden. De milieuwinst hiervan uitgedrukt in geld is 1,6 miljard euro – denk aan brandstofbesparing en verbeterde luchtkwaliteit.
Clinsh consortium
Het CLINSH-consortium bestaat naast EICB uit:
- Provincie Zuid-Holland
- Marine South East
- Royal Dutch Shell
- Newcastle University
- Haven van Antwerpen
- CE Delft
- Haven van Gent
- ECN
- Vlaamse overheidsdepartement Mobiliteit en Openbare Werken
- Hemholtz Zentrum Geesthacht
- Nordrhein Westfalen LANUV
- Energy Valley
- Nordrhein Westfalen EnergieAgentur
- Gemeente Nijmegen
- Universiteit van Bremen